Wat is Rapid?

Dit seizoen staan er drie Rapidavonden gepland. Elke avond zal bestaan uit drie schaakrondes. In dit bericht willen we graag onze nieuwe leden wegwijs maken in de term Rapid. Maar ook bestaande leden hebben nog wel eens vragen over de schaakregels die gehanteerd moeten worden tijdens een rapidpartij. Daarom zullen we de belangrijkste regels hieronder nogmaals neerzetten. Het complete reglement is na te lezen op bladzijde 19 van het Fide-reglement .

Wat is Rapid?

Het rapidschaak is een variant van schaken waarbij beide spelers tussen de 15 en 60 minuten bedenktijd hebben. DSC Drachten hanteert tijdens de rapidavonden over het algemeen +- 20 minuten bedenktijd. Ook zijn er (in de meeste gevallen) aangepaste schaakregels tijden een rapidpartij.

Welke regels gelden er?

  1. Spelers behoeven hun zetten niet op te schrijven.
  2. Zodra beide spelers vanuit de beginopstelling tien zetten hebben voltooid: kan geen correctie worden toegepast op de instelling van de schaakklok en kan er geen claim meer ingediend worden met betrekking tot een onjuiste beginopstelling of een verkeerd geplaatst schaakbord.
  3. Een onreglementaire zet is voltooid zodra de speler zijn klok heeft ingedrukt.
  4. Als de arbiter niet ingrijpt bij een onreglementaire zet, mag de tegenstander winst claimen, vooropgesteld dat de tegenstander nog niet zijn volgende zet gedaan heeft. Echter, de partij is remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander de koning van de speler nooit mat kan zetten.
  5. Als de tegenstander geen winst niet claimt en de arbiter niet ingrijpt, blijft de onreglementaire zet gehandhaafd en de partij wordt voortgezet. Als de tegenstander een onreglementaire zet heeft beantwoord kan deze niet meer worden gecorrigeerd, tenzij de spelers dit besluiten zonder tussenkomst van de arbiter.
  6. Om de winst na tijdsoverschrijding te claimen mag betrokkene de schaakklok stilzetten en de arbiter hiervan in kennis stellen. De claim wordt slechts toegewezen als de vlag van degene die claimde niet en die van zijn tegenstander wel is gevallen na het stilzetten van de schaakklok. Echter, de partij is remise als de stelling zodanig is dat de claimende speler de koning van de tegenstander nooit mat kan zetten.
  7. Als de arbiter waarneemt dat beide koningen schaak staan of dat er een pion op de verste rij van zijn uitgangspositie staat, dan moet de arbiter wachten tot de volgende zet is voltooid. Daarna, als de onreglementaire stelling nog steeds op het bord staat, moet hij de partij remise verklaren.
  8. Als de arbiter het vallen van een vlag waarneemt, moet hij het melden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *